Ik heb al eens eerder iets laten vallen over ‘de leegte’, ofwel sunyata in een blog over het boeddhisme. Het blijft een wat wazig concept. Dit stellingpaper probeert het concept sunyata te verduidelijken door de discussie aan te gaan met ons westerse denken. Oost-west staan lijnrecht tegenover elkaar. Oké niet helemaal dan… To be honest, het was de bedoeling dat we de ‘innerlijke dialoog’ van Nishitani zouden verhelderen. Hij vulde zelf namelijk al in wat ‘het westen’ zou zeggen. Anyways, ik hoop dat onderstaande jullie een beetje op weg helpt bij het begrijpen van ‘de leegte’.
Sunyata, ofwel ‘leegte’, is een perspectief wat eenieder zich moet aanmeten om de dingen te zien zoals ze daadwerkelijk zijn.[1]
De leegte, sunyata, heeft alles te maken met het ‘zijn’. Wat is (niet-)‘zijn’? Deze vraag heeft vele filosofen beziggehouden, wat al begon bij Aristoteles en verder is uitgewerkt door onder andere Hegel, Heidegger, en Meister Eckhart. Doordat sunyata een (niet-)‘zijnsfilosofie’ is, is deze goed te vergelijken met de westerse ‘zijnsfilosofieën’.[2] Voor de Kyotoschool is deze stelling ook relevant, omdat deze aansluit bij het doel van de school: het overbruggen van verschillen tussen het oosten en het westen.[3] Door de dialoog aan te gaan met de westerse filosofie, probeert de Kyotoschool tot nieuwe inzichten te komen. Zo ook omtrent het begrip sunyata.[4]
Argumentatielijn 1
Wij bezien dingen als iets wat aan ons verschijnt en proberen de essentie daarvan te begrijpen vanuit onze cognitie. Echter, op deze manier zullen wij nooit de essentie van eender welk object of subject begrijpen, omdat het altijd een object/subject blijft in relatie tot ons. In ‘de leegte’ wordt je als het ware één met het object/subject, waardoor je diens ware aard van ‘zijn’ zult begrijpen.[5]
Echter, ‘zijn’ betekent niets minder dan dat je wordt waargenomen. Doordat iets wordt gezien, gevoeld, of op eender welke wijze wordt waargenomen, wordt het bestaan van dat object/subject erkent.[6] De zijnsvragen spelen dus enkel op het niveau van de waarneming, en daarbij behorend de cognitie, en niet op het niveau van een zogeheten leegte. Immers, leegte is vrij van ‘zijn’.
Het behoeft verduidelijking dat met ‘leegte’ een relatieve leegte wordt bedoeld. ‘Leegte’ baseert zich op ‘zijn’ en is derhalve niet vrij van ‘zijn’.[7] Het perspectief van de leegte vraag eenieder om één te worden met een object/subject waardoor je diens essentie zult kennen. Je betreedt vanuit de leegte de dimensie waarin een object/subject hun suchness laten zien.[8] Je bent in die dimensie dus leeg van jezelf, leeg van de beperkingen van de zintuigen en de waarneming, maar je ervaart de essentie van een specifiek object/subject. Ofwel, sunyata als perspectief is de enige wijze waarop het begrijpen van het ‘zijn’ mogelijk is.[9]
Argumentatielijn 2
‘Iets’ bestaat dankzij ‘niets’. Wij kunnen enkel vormen en objecten onderscheiden door te erkennen dat diezelfde vormen en objecten ook ‘niet-zijn’. Onderscheid wordt gemaakt op basis van ‘niet-zijn’. Een boom is geen plant, geen mens, geen lucht, daarom is het een boom. Een vorm wordt slechts onderscheiden door het vormloze. Dus, door te kijken vanuit het niets, kun je voorbij onze concepten en onze cognitieve perceptie van het ‘zijn’ der dingen kijken om zo het ware ‘zijn’ te zien.[10]
Zoals Descartes al zei, begint het kennen bij het cogito, ofwel het denken. Kant borduurde hierop voort door te stellen dat iets al ‘is’ doordat het aan ons verschijnt en eerst a priori, ofwel voorgaande aan de waarneming, als concept in ons hoofd vertoeft, waarna de waarneming het concept bevestigd.[11] Er is niet voor niets een onderscheidt tussen de fenomenale, kenbare werkelijkheid en de noumenale, onkenbare werkelijkheid. Het doorgronden van het ‘zijn’ ligt dus besloten in de cognitie en de waarneming, en niet in een vaag concept als ‘leegte’, en heeft betrekking op hoe wij de fenomenale wereld kunnen begrijpen.[12]
Kijk, hier ligt dus het probleem van de meeste filosofische zienswijzen. Men beziet dingen standaard als objecten, waardoor je wordt beperkt tot een cognitief perspectief.[13] Door je enkel te beperken tot zintuigelijke waarneming, zal er altijd een afstand zijn tussen jou en het object waardoor je het object/subject nooit zult kennen.[14] Je moet het perspectief van de leegte aannemen en in de schil van het object/subject kruipen. Bezie het ‘ding’ als zijnde het ‘ding’. Alleen dan kom je tot het middelpunt van het ‘zijn’ van de dingen.[15]
Overweging
Leegte als perspectief gebruiken klinkt zo gek nog niet, alleen zou ik dat persoonlijk ook meer naar het cognitieve vlak trekken. ‘Zijn’ bestaat in relatie tot ‘niet-zijn’, onkenbaar is ook kenbaar, ondoenlijk is ook doenlijk, enz. Het perspectief van de leegte reikt nog wat verder dan het conceptuele, maar het leren kennen van een ‘ding’ door jezelf leeg te maken en in de huid van het ‘ding’ te kruipen, lijkt mij erg aannemelijk. Of de these volledig bevestigd is, durf ik niet zo hard te stellen, maar het is zeer zeker wel een aannemelijke redenatie.
[1] Gebaseerd op Nishitani: “The field of… field of emptiness.” Uit: The Standpoint of Sunyata, p. 87.
[2] “The Kyoto School”, in: The Stanford Encyclopedia of Philosophy, geraadpleegd via: http://plato.stanford.edu/entries/kyoto-school/, 1e helft § 3.1.
[3]Genoemd in het college van 13-06-2016.; “…the philosophy of… East and West.” Ibid. § 3.1.
[4] Staat niet expliciet genoemd, maar dit veronderstel ik op basis van de tekst en het college van 13-06-2016.
[5] Nishitani: “The function of…of the object.” Uit: The Standpoint of Sunyata, p. 69.
[6] Gebaseerd op: “It is related… to be perceived.” Ibid p. 70.
[7] Nishitani: “But as I… into ‘emptines’ (sunyta).” Ibid. p. 72.
[8] Nishitani: “It requests you… the bamboo’s ‘self’.” Ibid. p. 78.
[9] Eerlijk gezegd weet ik niet 100% zeker of dit klopt, maar dit is de lijn waarin ik de tekst interpreteerde dus leek het mij een logische gevolgtrekking.
[10] Gebaseerd op Nishitani: “The “what” of… existence as man.” Uit: The Standpoint of Sunyata, p. 74.
[11] “In both his… of our understanding.” Ibid. p. 82.
[12] “And at the…the former ontology.” Ibid. p. 84.
[13] Nishitani: “The problem of…appear to us.” Ibid. p. 83.
[14] Nishitani: “However, we usually… the “things”-themselves.” Ibid. p. 72.
[15] Nishitani: “There is a… ‘comparable to’ the thing-itself.” Ibid. p. 80.; “The Japanese word…the field of emptiness.” Ibid. p. 78.
Geef een reactie