Ik beschouw mezelf als een melancholisch type. ‘Melancholie’ houdt in dat je wat neerslachtig, droefgeestig, soms teruggetrokken, en zwaarmoedig bent. De tegenhanger van vrolijk en actief. Alhoewel, een melancholicus is een actief denker. Ondanks mijn uiterst charmante, vrolijke, en gezellige voorkomen complimenteer-vooral-jezelf, ben ik vrij melancholisch van aard. En toen hoorde ik gisteren iets opmerkelijks…
“Melancholische types hebben moeite met het bij elkaar houden van hun lichaam en geest.”
Deze bijster interessante zin werd gesproken door mijn docent godsdienstsociologie. Moeite met het bij elkaar houden van lichaam en geest… Whut? Ja, ik ben een dromer, een denker, soms wat zweverig, fantasierijk, en een idealist, maar ik zit toch echt in mijn eigen lichaam hoor! Zelfs als ik slaap, en trust me, ik droom echt de meest gare dingen, maar zelfs dan zit ik nog gewoon in mijn lichaam.
Een melancholicus zou het contact met de werkelijkheid kwijt zijn en tracht deze weer te vinden. Juist ja. Voor mij betekent ‘melancholie’ dat ik snel droevig ben, soms depressieve episoden ervaar, en zo af en toe flink kan jammeren. Zware, droeve muziek, dieptrieste teksten, donkere kleding, donkere schilderijen, dat spreekt mij aan. Ik ben misschien wel een romanticus, al zullen velen van jullie nu zoiets hebben van “huh, romantiek staat toch niet gelijk aan deprivatie???”
Let me explain: ‘de romantiek’ is een periode in de westerse cultuurgeschiedenis. Het subject, ofwel het ‘ik’, kwam centraal te staan boven het object. Waar mensen eerst keken naar hoe iets was, hoe dingen, voorwerpen, en ‘de werkelijkheid’ aan jou verschenen, ging het nu om de ervaring van deze dingen, de ervaring van de werkelijkheid. Emoties waren belangrijk. In de geschiedenis van de filosofie bracht Descartes een tweespalt aan: het enige wat je zeker weet, is dat je denkt. Cogito ergo sum, ik denk dus ik besta. Het bestaan van jouw subjectiviteit is een gegeven, maar al het andere is onzeker. Immers, is de werkelijkheid wel zoals jij het ziet, of verloochen je jezelf? Ofwel, Descartes was een meester in twijfelen. Overigens is Descartes ook de grondlegger van het dualisme, waarin het lichaam en de geest los van elkaar staan, en hiermee komen we ook bij de opmerking van mijn docent terug…
But first this: men was dus onzeker over wat nou waarheid, wat nou werkelijkheid, was en wat niet. Na Descartes kwam Kant. Nou ja, daar zaten wat jaren tussen but let’s roll with it. Kant bedacht dat wij de werkelijkheid waarnemen in ‘categorieën’. Wij zien de wereld in termen van ruimte en tijd. Een voorwerp bestaat niet op zichzelf, maar slechts in die manier waarop het zich aan ons voordoet, dus de wijze waarop wij een voorwerp waarnemen. Kunnen jullie het nog volgen?
Na Kant kreeg je Hegel, die keek naar het zelfbewustzijn. Immers, als het erom gaat dat wij de werkelijkheid waarnemen en kleuren, dient de waarneming zelf onderzocht te worden. Kortom, Hegel richtte zich op de ontwikkeling van het ‘zijn’, en dan voornamelijk van het ‘bewustzijn’ en de manier waarop je naar jezelf keek. Merken jullie dat het hele aspect ‘werkelijkheid’ wegvalt? Die filosofen gaan steeds meer in hun hoofd zitten en kijken steeds minder naar wat er zich nou eigenlijk ‘in de werkelijkheid afspeelt’.
Voordat je je afvraagt waar ik in godsnaam heen ga met dit verhaal, we komen nu dus bij die romanticus. In de tijd van de romantiek was de filosofie dus zodanig naar het innerlijk verplaatst, dat men ‘het contact met de werkelijkheid’ kwijt was. Romantici waren ongelukkig en depressief. Ze mistten iets… Get it? Waarom dat nou met zoveel woorden en filosofie moest in plaats van slechts in enkele zinnen, is mij ook nog een raadsel. Deze blog is nu al heel anders dan ik in gedachten had, haha. 🙂 Anyways, bij een romanticus denken wij aan een romantisch iemand, iemand die gevoelig, sensitief, is. De romantici waren dus ook erg gevoelig; gevoelig voor gemis. Onze definitie is dus wel te herleiden tot de romantische tijd. Oh, do me a favor en google op romantiek. Je vindt dan echt zulke mooie schilderijen! Zo lekker zwaar, donker, en depressief… 😀 I love it.
Uitgaande van de heersende tendens in de tijd van de romantiek, en dan de koppeling naar ‘melancholie’, snap ik ook de uitspraak van mijn docent. Romantici waren het contact met de werkelijkheid kwijt, ze zaten teveel in hun geest en hadden te weinig aandacht voor het fysieke, het lichamelijke. Dus, bij melancholie heb je moeite met het bij elkaar houden van lichaam en geest, wat dus inhoudt dat je teveel in je hoofd leeft en te weinig oog hebt voor de materiële wereld om je heen. Althans, zo vat ik het nu op. Klopt trouwens wel, ik ben Roos en ik denk. Ik denk te veel, ik leef in mijn hoofd. Ja, ik ben een romanticus. Maar, dan wel een nuchtere (zegt ze terwijl ze ook tarotkaartjes legt)! Ik zweef niet boven of uit de wereld, maar ik zit wel veel in mijn hoofd. Is dat erg? Nah, ze zeggen hooguit dat je zweeft of zwaarmoedig bent. 😉
Waar ik aanvankelijk een heel verhaal over melancholie wilde houden, werd dat nu een wanna-be filosofische verhandeling. Was het te volgen? Zijn er nog vragen? Ja? Nee? Mooi!
Zou jij jezelf een romanticus noemen? En in welke betekenis dan?
♥
__________
Foto afkomstig van Pixabay
Geef een reactie