It has been five days now… Het is geen raadsel hoe we hier beland zijn; in hetzelfde schuitje maar niet samen. Het zat eraan te komen, de laatste maanden verliepen niet bepaald soepel, en toch was het onverwacht. Een verandering van dag op nacht, van ‘wij’ naar ‘ik’ en ‘jij’. ‘Wij’ zijn veranderd, ‘jij’ en ‘ik’. We zijn uit elkaar gegroeid, ontwikkelden ons een andere kant op, en zijn steeds meer naast elkaar gaan leven in plaats van met elkaar. Dit punt was wellicht onvermijdelijk, en toch… It hurts like hell. Weet dat ik jou niets kwalijk neem, geen boosheid koester, en dat ik nog steeds hoop dat jij gelukkig wordt.
Weet je nog, toen we elkaar net leerden kennen? Alles leek op z’n plek te vallen. Alles klopte, ik was gelukkig, dacht dat jij ‘de ware’ was. Wij, jij en ik, werden één. Onze eerste date was wonderlijk. De hele dag waren we samen, de hele dag spraken we over van alles en nog wat. We keken naar de wolken terwijl we in het gras lagen, vioolmuziek op de achtergrond. Romantische setting, om daarna te eten bij de McDonalds, haha. We lachten om dezelfde dingen, maakten lol, werden snel hecht.
Ergens het afgelopen jaar veranderde dat ‘ideale wij’. Jij veranderde, ik ook. Onzekerheid en onbegrip infiltreerden ons en we konden er niet mee omgaan. Ik handelde vanuit onzekerheid, wat jou boos maakte. Jij die mij niet begreep, terwijl alles wat ik wilde – en nodig had – begrip was. Oh, en positieve bevestiging. Jij maakte dat ik me steeds ellendiger ging voelen over mezelf. Maar, in een relatie zijn er twee partijen. Dit hier is niet jouw schuld, dit veroorzaakten wij beiden. Ik was vaak boos op jou, pushte teveel, trok te hard. Mijn verwachtingen aan jou waren torenhoog, dus het is geen wonder dat je het gevoel kreeg dat het nooit goed genoeg was. Wat ik van je vroeg en verwachtte, kon je mij niet geven. Ik kan, en mag, dat je niet kwalijk nemen. Je gaf het telkens aan.. Maar toch, ik bleef wachten, hopen, pushen en trekken, in de hoop dat je mij kon geven wat ik nodig had. Waar we elkaar eerst lieten groeien en zelfvertrouwen gaven, trokken we elkaar nu steeds dieper de grond in.
Weet je nog, die ene keer? Toen ik voor jou een Valentijnsdingetje had geknutseld, terwijl ik niet aan Valentijn doe. Jij bent de eerste voor wie ik zoiets maakte. Je vond het zo lief en ik was intens gelukkig dat jij blij kon worden van zo’n simpel knutseltje.
Het wederzijdse onbegrip groeide, evenals de desinteresse in elkaars activiteiten. Je vond het prima dat ik ‘iets met religie’ studeerde, maar snapte niet waarom ik dat deed – interesseerde je er niet in. Lange filosofische gesprekken bestonden niet tussen ons. Jouw passie voor auto’s deed mij niks, irriteerde me soms zelfs omdat ik dacht dat alles altijd maar over auto’s ging. We konden ons steeds minder voor elkaars passie interesseren. We spraken steeds minder over onze dagen met elkaar. De laatste maanden groeiden we steeds meer uit elkaar, deden elkaar pijn, en maakten elkaar ongelukkig. “Wij” werkte niet, er moest iets veranderen maar die verandering kwam niet. “Wij” pasten misschien minder goed bij elkaar dan we eerst dachten.
Weet je nog, toen we samen naar de musical gingen en op de terugweg stranden op de snelweg? Hoe we samen klaagden op de kou, en toen we weer reden, stopte jij bij het eerste tankstation om een kop thee voor mij te scoren. Om op te warmen.
Het doet zeer, ondanks alle ruzies, de pijn die we elkaar deden, wilde ik je niet kwijt. Ik wil je nog steeds niet kwijt want het is fijn om bij elkaar te zijn, vertrouwd en ‘normaal’. Maar inderdaad, dit is beter voor ons allebei. We maakten elkaar ongelukkig, en ondanks dat we van elkaar houden en elkaar gelukkig willen zien, konden we dat elkaar niet meer bieden. We zaten in een negatief patroon, een patroon dat doorbroken moest worden. We hebben er veel over gesproken, ik heb er veel over gedacht, en jij had de moed om het patroon te doorbreken. Definitief.
Weet je nog, toen je mij vertelde hoe nerveus je was die eerste keer dat we gingen Skypen. Deo opspuiten, alsof ik dat zou ruiken door de camera. Ik moest daar zo om lachen, het was zo lief!
Dit doet pijn. Deze hele situatie doet verschrikkelijk veel pijn. Na 2 jaar en 3 maanden samen, na zoveel te hebben gedeeld, stopt dat ineens. Een vertrouwde factor verdwijnt. Ondanks de ruzie, het onbegrip, en de afstand die tussen ons viel, wil ik de mooie dingen niet vergeten. Het is niet gek dat we hier zijn beland, het is beter voor ons allebei, maar het doet pijn. Dus in plaats van te zwelgen in wat mis ging, vraag ik je:
Weet je nog, die ene keer?
Bedankt voor alle mooie dingen die we samen hebben meegemaakt, de positiviteit die we elkaar lange tijd wel gaven. Ik zal je missen!
Geef een reactie