Mythen worden verondersteld een betekenis achter het verhaal te hebben. Er zijn diverse manieren om mythen te analyseren; psychoanalytisch, ideologisch, structuralistisch, narratief, etc. De mythe van Arianrhod betreft een gedeelte uit de Mabinogion – een verzameling Welshe teksten, vermoedelijk uit de 14e eeuw. Wat belangrijk is om te beseffen, is dat de analyse van een mythe veelal speculatief is. De interpretaties die ik hieronder weergeef hoeven geenszins correct te zijn, het zijn enkel mogelijkheden. 😉
Inleiding
Freud beziet religie, en mythen, als een culturele illusie die gebaseerd is op schuld. In een primitief bestaan zouden zonen hun vader hebben vermoord wegens jaloezie; de zonen wilden de vrouwen, hun moeders, voor zichzelf – een seksueel motief. Echter, nadat zij de vader hadden vermoord, speelde hun schuldgevoel op en begonnen zij een verering van de vader om het schuldgevoel te overstijgen.[1]
Volgens Freud vervormen en/of verwerken dromen, mythen, en religies datgene wat het bewustzijn onacceptabel vindt. Een droom of mythe heeft een duidelijk zichtbare manifeste inhoud, datgene wat er daadwerkelijk gebeurd of wordt verteld, en een onderliggende latente inhoud. Deze latente inhoud betreft onacceptabele impulsen en gedragingen welke in de manifeste inhoud getransformeerd worden weergegeven om deze impulsen te verwerken. In de dromen kunnen de ongewenste impulsen toch bevredigd worden, deze verwerking zou trauma’s moeten voorkomen. Dromen – en dus mythen – representeren onverwerkte trauma’s in het onbewuste, voornamelijk van seksuele aard. Als de droomverwerking niet goed verloopt, ontstaan er neuroses.[2]
Arianrhod
De mythe van Arianrhod[3] vertelt over Math, wie zijn voeten in de schoot van een maagd moet laten rusten als hij niet ten strijde trekt omdat hij anders zal sterven. Dit kan duiden op een castratie – sekseloosheid. Math heeft een maagd nodig om te overleven, iemand vrij van seksuele lusten, en hij gebruikt haar ook geenszins op die manier. Om oorlogen te winnen en een succesvol leider te zijn, is geheelonthouding noodzakelijk, lijkt het. Echter, een van Math’s dienaren verlangd zo naar de maagd, dat hij haar verleidt als Math ten oorlog is getrokken. De dienaar kan zijn verlangen niet intomen en geeft toe aan zijn impulsen, waarmee hij Math verraadt en zijn leven in gevaar brengt. Ofwel, als je toegeeft aan je onacceptabele impulsen, kan dat flinke schade aanrichten.
Math heeft een nieuwe maagd nodig als footholder, en Gwydion beveelt zijn zus Arianrhod aan, wie beweert nog maagd te zijn. Om haar maagdelijkheid te testen, vraagt Math haar om over zijn staf – welke de fallus symboliseert – heen te springen. Zodra Arianrhod over de stok is gesprongen, valt er een jongen tussen haar benen vandaan. Vol schaamte vlucht zij, waarbij er nog een kind tussen haar benen vandaan komt. De eerste zoon wordt door Math Dylan Eil Ton genoemd, wie vervolgens in de zee verdwijnt om daar te leven. Arianrhod vlucht voor de moederrol, beschaamt, terwijl Math de jongen onder zijn hoede neemt en een naam geeft. Een alleenstaande jonge vrouw moet cultureel gezien een maagd zijn. Dat Arianrhod geen maagd is, impliceert dat zij buitensporig seksueel gedrag heeft vertoond en toegaf aan verleidingen. Vanuit de schaamte weigert zij haar kind te erkennen. Van een familierelatie is dus weinig sprake; Dylan zal zijn moeder niet kennen. Dat hij verdwijnt in de zee kan symbool staan voor de baarmoeder – het vruchtwater – als compensatie voor het missen van de moederfiguur. Het trauma van verlatenheid wordt opgevangen door de ‘warme omhelzing’ van het zeewater.
Gwydion neemt de tweede zoon onder zijn hoedde en na enkele jaren toont hij Arianrhod haar zoon. Arianrhod reageert echter vol woedde en voelt zich beschaamt bij het aanzicht van de jongen. Als zij verneemt dat hij geen naam heeft, vervloekt zij hem: de jongen zal nooit een naam hebben tenzij door haar gegeven. Middels trucage krijgt de jongen een naam, en de vloek herhaalt zich met armor, en na een tweede trucage volgt de derde vloek: Llew – de naam van de jongen – zal nooit een vrouw van vlees en bloed hebben. Gwydion maakt vervolgens een vrouw uit klei voor Llew.
Door Llew een naam, wapens, en een vrouw te ontzeggen, ontneemt Arianrhod hem zijn identiteit, zijn mannelijkheid. De castratie is echter onsuccesvol omdat de trucages van Gwydion er telkens in slagen om de vloek te overkomen. Het ontnemen van Llew’s mannelijkheid kan ook een vorm van penisnijd zijn; wellicht wilde Arianrhod zelf liever een man zijn. Dat zou haar in elk geval veel schaamte hebben bespaard aangezien mannen wel konden vrijen naar believen en vrouwen dat niet mochten.[4] Mannen kunnen/konden zich sowieso meer permitteren dan vrouwen. Tegelijkertijd zie je dat het mannelijke – de trucage van Gwydion – toch het vrouwelijke overwint. Arianrhod trapt er twee keer in en heft zo haar eigen vloeken op. Enkel de laatste vloek kan niet worden opgeheven, maar ook daar bedenkt Gwydion wat op door een vrouw uit klei te maken.
De vrouw wordt weergegeven als wrok dragend en kortzichtig, terwijl de man vergeving, zorg, en creativiteit lijkt aan te duiden in deze mythe. Deze laatste drie zijn vrij feminiene eigenschappen – in mijn optiek – die van toepassing zijn op Math en Gwydion. Een mogelijke interpretatie van feminiene trekken bij een man kan duiden op homoseksualiteit – een andere vorm van castratie. Echter, homoseksualiteit was vroeger zeer ongepast en deze impulsen moesten onderdrukt worden. Arianrhod kon haar seksuele impulsen niet onderdrukken – wellicht een implicatie van de zwakte van de vrouw[5] – wat uitmond in schaamte en de neiging om het mannelijke te onderdrukken middels de vervloekingen van haar zoon. Een andere interpretatie kan zijn dat Arianrhod onbewust wel de moederrol op zich wilde nemen en derhalve in de trucages van Gwydion trapte. De schaamte, en trots naar ik aanneem, hadden echter de overhand waardoor Arianrhod telkens een nieuwe vloek formuleerde.
Bezien vanuit het triadische model – de familierelaties[6] – heeft Gwydion de rol van de vader/oom, Arianrhod die van de ontkennende moeder, en Llew is het kind. Er wordt geen relatie tussen moeder en zoon opgebouwd terwijl Gwydion laat zien alles voor het kind over te hebben middels het proberen te breken van de vloeken. Llew zelf is een passief karakter in dit gedeelte van de Mabinogion, wie geen moeite lijkt te doen een relatie met een van beide ouderfiguren op te bouwen. De moeder toont geen liefde en zorg naar haar zoon, enkel haat en vervloekingen. De mythe kan derhalve ook staan voor de drang van de vrouwen om de rol van de moeder te ontvluchten; de jaloezie op de vrijheid van de mannen misschien. Een moeder zal haar kind niet snel verstoten, maar in het onderbewuste speelt dit misschien wel soms op. De mythe kan een uiting zijn van deze vrouwelijke verlangens naar seksuele vrijheid en/of de vrijheid van het moederschap.
Overwegingen
Hoewel ik Freuds denken erg boeiend vind, kan het mijns inziens zeker niet op elk verhaal worden toegepast. Met wat fantasie kun je van elk beeld wel iets seksueels maken. Echter, heeft het altijd een diepere betekenis als je ergens iets seksueels uit probeert te halen? Het lijkt mij dat in verhalen waarin er weinig tot geen aandacht wordt besteed aan de relaties van de personages, er weinig Freudiaans te analyseren valt. Enkel beelden in een seksistisch beeld ‘veranderen’ lijkt mij namelijk niet echt waardevol voor een analyse. De waarde komt pas als je beelden in relatie tot elkaar kunt plaatsen.
Daarnaast merkte ik bij het analyseren van de mythe van Arianrhod een bepaalde weerstand groeien tegen de masculiene visie. De vrouw is ondergeschikt; de vrouw wilt man zijn; de vrouw is kortzichtig; het mannelijke overwint steeds het vrouwelijke. Ik werd hier nogal kribbig van. Vanuit een analytisch en wetenschappelijk perspectief sta ik achter mijn eigen analyse – op Freudiaanse wijze – maar met de conclusies ben ik het eigenlijk totaal niet eens. Hoewel ik normaliter best wel kan lachen om een begrip als ‘penisnijd’, begon het me nu aardig tegen te staan.
Masculien denken is natuurlijk alom geaccepteerd – en ‘de standaard’ – in de wetenschappelijke wereld, doch niet de enige vorm van denken. Hiermee bedoel ik niet dat vrouwen boven mannen horen te staan, maar een gelijkwaardige behandeling van rollen, karakteriseringen, en denkwijzen zou niet verkeerd zijn – al spreekt dan mijn innerlijke feminist.
♥
[1] William G. Doty, The psychological approaches in mythography, p. 137-138.
[2] Ibid. p. 133-135; “…myth functions on two levels: behind the apparent or manifest content of a myth there lies a more or less concealed or latent meaning.” In: Eric Csapo, Theories of mythology, (Oxford: Blackwell, 2005), p. 189.
[3] Gebruikte versie: Anna-Marie Ferguson, The Llewellyn Tarot Companion, (Woodbury: Llewellyn Publications, 8e druk, 2013), p. 95-97.
[4] Volgens Freud is schaamte het fundament van de beschaving. Schaamte maakt het onderscheidt tussen geaccepteerde en niet geaccepteerde gedragingen en impulsen. Arianrhod’s handelen wordt gedreven door schaamte, de straf van haar bewustzijn voor het toegeven aan onacceptabel gedrag, wat zij projecteert op haar (ongewenste) zoon. Zie ook: Doty, The psychological approaches in mythography, p. 137.
Geef een reactie