Hoe draagt mythe bij aan natievorming en moderniteit? Wanneer stimuleert een narratief mensen om actie te ondernemen en voor zichzelf en/of het collectief te kiezen? Een eigenschap die diverse verhalen omtrent natievorming met elkaar gemeen lijken te hebben, is ‘de ontsnapping vanuit een onderdrukkende situatie’ en het tijdsbesef. Cyclische tijd kent begin noch einde en heeft derhalve een zekere doelloosheid; alles gebeurt altijd weer overnieuw, er is geen ontsnapping aan de cycli mogelijk. Wanneer men echter tijd beziet als lineair, en gelijkenissen doorheen tijd en ruimte ziet als toeval in plaats van een herhaling van de cyclus, blijkt het wel mogelijk om te ontsnappen aan een situatie en zelfs te ontwikkelen.[1]
In het narratief Anandamath gebruikt Bankim diverse bekende Hindoeverhalen – zowel religieus als historisch – en interpreteert deze in het licht van de moderniteit en patriottisme. Het narratief gaat over het behalen van een doel – onafhankelijkheid – middels politiek geweld en een revolutie, waarmee Bankim afwijkt van het cyclische Hindoe-tijdsbesef. Door te veronderstellen dat het doel het overkomen van een situatie van onderdrukking is, impliceert Bankim een lineair tijdsbesef.[2] Immers, ontsnapping aan een situatie van onderdrukking is enkel mogelijk als men vooruit gaat en de situatie kan beëindigen.
Door bekende iconen te gebruiken in Anandamath en aan te sluiten bij de religieuze leefwereld van de Hindoes, lijkt mij dat het narratief veel meer respons krijgt van de lezers en beter begrepen wordt. De aansluiting bij het geloof maakt de interpretaties en suggesties namelijk veel aannemelijker dan wanneer het een koude verhandeling zou zijn geweest over ‘wat men zou moeten doen’. Het icoon van devi – de moedergodin – als symbool voor het land spreekt voor zich. Om de godin te vereren – bhakti – moet men zorg dragen voor het eigen land, ofwel de eigen natie. Op deze manier wordt een religieuze handeling ingebed in een patriottisch denkbeeld. Het opkomen voor het eigen land en het beschermen daarvan staat gelijk aan het tonen van devotie voor het goddelijke.[3]
Bankim pakt het eigenlijk vrij slim aan door op te roepen tot eenheid en actie vanuit de algemeen geaccepteerde en bestaande geloofsregels en -verhalen. De vergelijking van de demonen uit de Devimahatmya met de Britse kolonisatie spreekt ook boekdelen. Aangezien demonen verslagen moeten worden, moet dat ook gebeuren met de Britse rule over India.[4] In zekere zin wordt er dus over geweld gesproken, een politieke aanval om de eigen soevereiniteit als staat/land terug te krijgen van de overheersende onderdrukkende partij.[5]
De oproep tot collectieve actie komt mijns inziens duidelijk naar voren in Anandamath. Echter, als we er van uit moeten gaan dat de volledige ontplooiing van het individu ook een element is van modernisme, zie ik dat niet echt terug in het narratief. Evenmin in Exodus overigens, om een meer westers voorbeeld te geven; de Israëlieten trekken door de woestijn en ontsnappen aan de onderdrukking van de Egyptenaren, maar in de vertelling gaat het telkens over ‘het volk’ en niet over de individuen – op Mozes en Äaron na dan. Overigens is het nog maar de vraag in hoeverre de Israëlieten daadwerkelijk aan hun onderdrukking ontsnapt zijn gezien het feit dat god hen telkens straft voor hun wantrouwen en ongehoorzaamheid. Is het volk wel echt vrij, of zijn ze enkel van de onderdrukking van een ander volk naar de onderdrukking van het geloof – hun God – gegaan? Vanuit dit perspectief zou het tijdsbesef toch wel weer cyclisch kunnen zijn; de ene tijd vervangen door de andere tijd maar met gelijkende ‘voorwaarden’/omstandigheden – hetzelfde maar toch anders. Al moet ik bekennen dat dit enkel een vrije uitloop van mijn gedachten is.
Anderson benoemt dat ‘de natie’ als substituut van religie kan worden gezien. In een seculier wordende tijd verdween de behoefte aan zingeving en saamhorigheid niet.[6] Mijns inziens hebben mensen altijd behoefte aan een betekenis gevend kader en een sociale kring om dit kader mee te delen. Door iconen/symbolen te gebruiken waar men waarde aan hecht en op te roepen tot saamhorigheid, tot een communion, kan men een nieuwe betekenisvolle context creëren: de natie en de instandhouding daarvan. Men deelt immers al de geboortegrond, zoals Bankim het benoemt, en deze grond moet men als volk claimen en beschermen.[7]
Andere factoren voor natievorming die we tijdens de colleges hebben besproken, als ook in de teksten worden benoemt, zijn de ontwikkeling van de boekdrukkunst en de vernacular language. Doordat boeken steeds meer in de taal van een volk werden gedrukt in plaats van enkel in het Latijn, werd informatie – als ook ‘gewone’ verhalen – toegankelijker voor ‘het gewone volk’. Tegelijkertijd geeft Anderson aan dat de keuze voor de taal ook een bepaald soort macht impliceerde; er waren immers meerdere dialecten en slechts één werd verkozen tot de gedrukte taal van het land. Het drukken en verkopen van boeken werd een grote kapitalistische handel, wat volgens Anderson ook een belangrijke factor voor natievorming is.[8] Echter, kijkend naar Anandamath zie ik kapitalisme niet zozeer terug. Wel kolonialisme, wat wellicht voortvloeiend was uit het kapitalisme – als mede de drang om het eigen imperium te vergroten.
Aangezien het doel van deze beschouwing is om tot een eigen visie te komen omtrent hoe naties zich vormen en hoe mythen kunnen oproepen tot actie denk ik dat het voornamelijk gaat om het aansluiten bij de behoeften van mensen. Elk mens heeft behoefte aan betekenis, ook als men de religie heeft afgezworen. Door een verhaal zodanig te construeren dat het aansluit bij wat mensen kennen – hetzij historisch, hetzij religieus – en dit te transformeren naar een niet-kloppende huidige situatie, kan men worden opgeroepen om als collectief actie te ondernemen. Het wordt een ‘wij versus zij’ beeld, waardoor de ‘wij’ een immanent karakter van saamhorigheid krijgt. Het individu dat de tekst leest en erdoor geraakt wordt, beseft dat hij onderdeel is van ‘wij’, kan niet anders dan zich bij ‘wij’ aansluiten en samen opkomen voor het gemeenschappelijke doel. Wat ik me wel afvraag is of dit enkel een vorm van natievorming is of meer van groepsvorming in het algemeen. Deze manier van een narratief gebruiken om op te roepen tot collectieve actie kan zo groot- en kleinschalig gemaakt worden als iemand nodig acht. Niet elke groep is gelijk een natie, en niet elke natie is een gelijkgestemde groep. Mijns inziens is er nog wat speling mogelijk, al lijkt de theorie in essentie meer dan plausibel.
♥
[1] Benedict Anderson, Imagined communities, p. 24.; Victor van Bijlert, “Chapter 5,” p. 3.
[2] Victor van Bijlert, “Chapter 5,” p. 5-6, 9.
[3] Ibid. p. 10-11, 21.
[4] Ibid. p. 15.
[5] Anderson, Imagined communities, p. 7.; Victor van Bijlert, “Chapter 5,” p. 5.
[6] Anderson, Imagined communities, p. 5-6, 11.
[7] Victor van Bijlert, “Chapter 5,” p. 10, 17.
[8] Anderson, Imagined communities, p. 17-18, 37-38.
Geef een reactie