Dit essay is geschreven in januari 2015 en beoordeeld met een 5. Eerlijk is eerlijk, ik heb het ook een beetje afgeraffeld. Desalniettemin wilde ik het jullie niet onthouden. Feel free to leave a thought.
In 1870 sprak Friedrich Max Müller het bekende citaat van Goethe: “He who knows one, knows none.” Hiermee wilde hij aangeven dat hetgeen geldt voor taal, ook toepasbaar is op religie: degene die maar een religie kent, kent eigenlijk niets (Pals, Nine theories, p. 1.). Er ontstond de drang om uit te zoeken wat religie is, hoe en waarom het is ontstaan en waarom mensen een religie (nodig) hebben. Tegenwoordig wordt hier aan getwijfeld; religie, religiewetenschap, het moet maar worden afgeschaft. Onderzoek doen naar religie dient toch geen belang… Hier ben ik het niet mee eens en dat ga ik onder andere verantwoorden middels theorieën van Émile Durkheim en Clifford Geertz, een socioloog en een antropoloog, beiden religiewetenschapper.
In mijn opvatting willen mensen altijd alles kunnen verklaren, wat praktisch gezien onmogelijk is. Hierdoor ontstaan gevoelens van onmacht, onbegrip en frustratie. Religie biedt antwoorden, verklaringen, op vragen en fenomenen waar de mens dat niet kan. Echter is er niet één religie, er zijn er meerdere. Elke religie kenmerkt een andere cultuur, andere waarden en andere normen. Dit maakt dat mensen van verschillende religies dus verschillende principes hanteren, wat nogal eens met elkaar kan botsen.
Durkheim en Geertz kijken allebei naar het effect van religie op een groep en hoe religie ontstaat vanuit de mens. Volgens mij is dat ook een mooi uitgangspunt om religie, en daarmee verschillende mensen, te begrijpen.
Durkheim stelt dat religie een groep bij elkaar houdt. Middels zijn totemtheorie, wat grofweg inhoud dat een clantotem niet alleen de god symboliseert maar ook de groep zelf, legt hij uit wat het belang van een groep is. Alles wat religie kenmerkt, is gebrand op het belang van de groep (Ibid. p. 95-96). Kortom, religie heeft een fundamentele functie binnen een groep: zorgen voor structuur en orde, evenals omgangsvormen. De gezamenlijke religie zorgt er voor dat de mensen zich met elkaar verbonden voelen.
Geertz bekijkt religie vooral vanuit cultureel oogpunt. Zijn religiedefinitie (Ibid. p. 302) kent 5 stappen die religie als cultureel verschijnsel verklaard. Hiermee kun je in principe elke cultuur als religie zien. Het verschil tussen religie en andersoortige cultuur zit hem in de rituelen.
Toch kan religie zich wel mengen met een maatschappij. De Nederlandse maatschappij bijvoorbeeld is gebaseerd op het christendom. Zelfs de non-religieuzen hanteren christelijke normen en waarden. Vandaar dat ik stel: religie is niet alleen het geloof in een God. Religie is niet alleen het christendom of de islam. Religie is cultuurgebonden en daarmee mensgebonden. Zelfs de mensen die zich van religie onthouden, komen er mee in aanraking. Vele mensen handelen ook vanuit hun religie. Alleen dat al maakt dat wij religie moeten onderzoeken. Wat drijft mensen tot hun handelingen vanuit religieus oogpunt? Hoe kunnen wij andere mensen beter begrijpen? Hoe kunnen wij tolerantie bevorderen, geweld verminderen en sociaal gedrag stimuleren? Middels het begrijpen van religie. Hoe begrijp je religie? Door er onderzoek naar te doen. Kortom, ban de religiewetenschap niet uit, we zullen het nog wel eens hard nodig kunnen hebben in deze tijd.
Geef een reactie