Dit essay is geschreven in oktober 2015 en beoordeeld met een 7.5. Laat vooral achter wat jij denkt over ‘de zin van het leven’.
“Wat is de zin van het leven?” Een vraag waarmee velen worstelen, een rotvraag! Waarom ik dit een rotvraag vind? Waarschijnlijk omdat ik in eerste instantie niet in staat ben om deze vraag te beantwoorden. Van de vele religieuze en spirituele tradities waarmee ik in aanraking ben gekomen, is er niet een visie die ik voor waar zou kunnen aannemen. Mijn beste vriendin is christelijk. Voor haar is een relatie met God het hoogste doel. Ik vind het mooi hoe zij zoveel vertrouwen in zoiets, voor mij, abstracts kan stellen, maar ik kan dat niet. Geen van de mij bekende tradities, levert mij een aannemelijk antwoord. Betekent dit dat ik mijn leven dan als zinloos ervaar? Nee totaal niet.
Ik vraag me af in hoeverre er sprake is van ‘dé zin van het leven’. Ja, wij leven, dat is een feit. Maar, wat is ‘zin’? Is ‘zin’ wel voor iedereen gelijk, of kan het verschillen? Is ‘zin’ hetzelfde als een ‘doel’? Immers, de achterliggende gedachte bij de zinvraag is dat er een groter doel zou moeten zijn. Of, is een doel een hulpmiddel voor zingeving? Vele bedenkingen die leiden tot vele vragen. Echter, uit al mijn bedenkingen is wel een centrale these te stellen die ik nader zal onderzoeken en toelichten: ‘De zin van het leven is per persoon verschillend.’
Allereerst, wat is zin? Verschillende mensen die ik dit vroeg, gaven antwoorden als: “Zin is datgene wat jou goed doet, waar je blij van wordt.” Of: “Aan mijn relatie met God werken.” Kortom, zin wordt gekoppeld aan geluk[1]/blijdschap en/of iets religieus/transcendents. Dit lijkt een tweedeling, maar het kan ook samengaan aangezien de relatie met God zorgt voor een geluksgevoel. Maar, religies claimen dat jouw leven alleen zin heeft als je de juiste leer (dus de leer van die religie) volgt. Bij de een moet je bidden en aan je relatie met God werken voor een zinvol leven, bij de ander mediteren tot je een ons weegt, en bij een derde je hele leven inrichten naar de maatstaven van een boek. Welke is dan de juist ‘zin’? Is het überhaupt zin? Religie is op zijn minst een manier om zin aan je leven toe te voegen, maar mijns inziens is religie niet de zin op zich. Keith Ward geeft ook aan dat religie niet noodzakelijk is voor een antwoord op de zinvraag. Maar, Ward geeft tevend aan dat religie wel kan bijdragen aan zingeving.[2] Kortom, als je niet religieus bent, kan je leven ook zinvol zijn. Hier hebben we dus al het eerste onderscheid: religieuze mensen en niet-religieuze mensen. Het leven van beiden kan zin hebben.
Een ander veelgehoord argument is dat een zinvol leven een ‘goed’ leven moet zijn, dus ‘zin’ staat gelijk aan ethiek. Ook hier lopen de visies uiteen. Zo gaat de voodoo-traditie uit van een relationele goedheid. Wat goed is voor de een, is dat niet per se voor de ander. Er is dus niet één pakket aan ethische regels.[3] Wande Amibola zegt heel mooi: “Living a good life will then mean different things for different people.”[4] Anderzijds zou je kunnen zeggen dat de voodoo-norm is dat alles relatief is. Toch duidt dit op de volgende splitsing: niet ieder mens streeft hetzelfde ‘goed’ na. Alhoewel, Sartre zegt dat, ondanks dat de mens zijn eigen moraal kiest, er wel een soort van eenheid in te vinden kan zijn: vrijheid. Ieder mens wil vrij zijn.[5]
Ik concludeer uit voorgaande dat er eenheid in verscheidenheid ligt. Laten we deze verscheidenheid iets meer uitdiepen. Een aantal religies gaan uit van een doel, wat direct de ‘zin’ is. Bijvoorbeeld het versterken van een relatie met God.[6] Nu hebben we al ontdekt dat een relatie met het transcendente[7] niet per se noodzakelijk is voor een zinvol leven. Dus, ieder mens kan een ander doel nastreven. Mijn doel is om mijn opleiding te behalen. Als ik dit doel heb volbracht, volgt er een ander doel, namelijk doceren en mensen onderwijzen en helpen. Een ander doel is om op mezelf te gaan wonen. Kortom, als een doel is voltooid, komt daar een ander doel voor in de plaats. ‘Op jezelf gaan wonen’, is een doel wat bij velen een rol speelt. Het komt dus voor dat mensen dezelfde doelen hebben, zij het dan op verschillende momenten in hun leven. Doelen, al dan niet voltooid, worden vervangen door andere doelen. De ‘zin’ van het leven kan dus eigenlijk geen doel zijn omdat doelen aan verandering onderhevig zijn en vervangen kunnen worden. Doelen kunnen wel sturing geven. Of, het moet, zoals Sartre aangaf, gaan om individuele vrijheid. Ook deze vrijheid dient weer relatief te worden bekeken.
De lijn die door mijn betoog heen duidelijk wordt, is dat alles gaat om relativiteit. Elk mens heeft zijn eigen context van waaruit hij betekenis aan dingen, en aan het leven, toekent. Deze betekenis wordt dus puur subjectief vorm gegeven. Ieder mens heeft zijn eigen subjectiviteit. Allerlei tradities, al dan niet religieus, bieden handvatten voor het verlenen van zin aan het leven. Uit alle hoeken wordt sturing aangeboden om te helpen bij de ultieme zelfrealisatie. Deze zelfrealisatie is iets wat ieder mens wil, wat ieder mens doet. De mens erkent dat hij mens is en leeft zijn leven zoals hij dat wil. Sartres humanisme gaat uit van: ‘De mens is zijn leven.’ De mens realiseert zichzelf door te leven, wat gebeurt vanuit zijn eigen subjectiviteit. [8]
Als we zo door redeneren, is het antwoord op de vraag naar de zin van het leven ‘zelfrealisatie’. Wat dit inhoudt, is per persoon verschillend. Iedereen streeft andere doelen na, gebruikt andere handvatten, en maakt andere keuzes. Uiteraard zijn er overeenkomende keuzes en handvatten die leiden tot algemeen geaccepteerde ethiek[9], maar ieder mens zoekt en creëert zijn eigen ‘zin van het leven’ door te streven naar zelfrealisatie.
Mijn these blijkt dus slechts ten dele waar. Naar aanleiding van mijn overwegingen, is te concluderen dat er wél een universele ‘zin’ is: zelfrealisatie. Hoe men dit invult, en dus daadwerkelijk ‘zin’ aan zijn eigen bestaan toekent, is niet in één antwoord te vatten. Er ligt dus, inderdaad, eenheid in verscheidenheid. En dat, is ‘dé zin van het leven’.
__________________
[1] Dit woord komt mij enigszins de strot uit bij het behandelen van de zinvraag. Desalniettemin gebruik ik het toch in de volgende definitie: geluk/gelukkig staat voor datgene wat jou een rijk mens maakt, in de breedste zin van het woord. Ikzelf ga hierbij voornamelijk uit van de sociaal-emotionele vorm van ‘rijk’ zijn.
[2] Joseph Runzo & Nancy M. Martin, ed. The meaning of life in the worlds religions. (Oxford: Oneworld publications, 2001) p. 27 & 29.
[3] Runzo ed. The meaning of life, p. 246
[4] Ibid. p. 243.
[5] Jean Paul Sartre. Existentialisme in humanisme. p. 254-256
[6] Denk aan de Abrahamitische religies.
[7] Hiermee doel ik op alinea 3. Religie is niet noodzakelijk voor een zinvol leven.
[8] Sartre, Existentialisme in humanisme, p. 238, 248.
[9] Uiteraard ook weer context- en plaatsgebonden.
Bron afbeelding: Ashley Batz
Geef een reactie