In 2014 kreeg ik het label ‘sociale-angststoornis‘. Hiervoor heb ik een half jaar bij een psycholoog gelopen. Een groot deel van mijn omgeving vond het maar apart: “Jij? Jij bent hartstikke sociaal, jij praat met iedereen!” Ja, maar ik was constant bang voor wat anderen van mij dachten, en dat kwam vooral tot uiting in mijn stages, in beoordelingen. Het beoordeeld worden, mensen die iets van jou vinden, daar kon ik niet tegen. Het maakte dat ik dichtklapte en niet meer functioneerde. Voor groepen staan was doodeng, niet vanwege de kinderen, maar vanwege de docent die mij beoordeelde. Presentaties? Mijn eigen klas was eng, want ook zij beoordeelden mij. Iedereen beoordeelde mij… En elke beoordeling is slecht: mensen vinden mij raar, dom, stom, dik en lelijk, mensen mogen mij niet! En natuurlijk: men vindt mij een slechte docent!
Mei 2013
Het is weer zover. Ze komt, mijn rayondocent. Ze komt me beoordelen, alweer. Vorige keer was het niet goed, een dikke onvoldoende. Ik moet het nu echt halen, anders… Anders is dit al mijn tweede stage die onvoldoende is. Wat zal ze wel niet denken? Vast dat ik een slechte docent ben, dat ik hier maar beter mee kan stoppen… Waarom lukt het niet? Ik heb al eerder een kleuterklas gehad, en dat ging prima. Ik kan prima lesgeven! Ja, ik ga haar, en mijn mentor, laten zien dat ik het wél kan!
*Tick-tock tick-tock*
There she is. Mijn hartslag versnelt, ik krijg klamme handen. Ik ga groep 1 de letter ‘N’ leren. Dit kan ik! De les is heel goed voorbereid, mijn doelen zijn duidelijk, dit kan ik! Maar ik geloof het zelf niet. *Hoofdpijn* Zij vraagt hoe het met me gaat. “Goed,” zeg ik niet al te overtuigd. “Ben je er klaar voor?” “Ja…” Ze is benieuwd. *Buikpijn* Ik wil niet meer, kan het niet voorbij zijn? Ik ben bang!
De les begint. Ik doe wat ik op papier heb gezet, maar het loopt niet. Wat zal zij denken? Oh, Joyce doet iets wat niet mag, ik moet er iets van zeggen! Maar, misschien wil zij dat ik het anders aanpak. Maar hoe dan? Wat moet ik doen? Ik weet wat ik wil doen, maar mag dat wel? Wat vind zij? Oh, ik ben al gezakt, wedden? Huh, is de les al voorbij?
We gaan het nabespreken. Ja, ik weet al dat het niet goed was. “Je leek afgeleid, je had de groep niet goed door,” zegt zij. Nee, ik weet het… Ik was bezig met wat jíj dacht, met wat jíj vond. Ik durf niet uit mezelf te handelen, uit angst dat het niet goed is. Alsof ‘niet handelen’ beter is, HA! Wat dacht ik wel niet… Ja, ik dacht ‘wat zij dacht’, en dat vulde ik negatief in.
Mei 2014
Weer een kleuterklas, weer een beoordeling, andere rayondocent. Ik moest het jaar overdoen, en het ging eerst alleen maar slechter. Groep 7/8? Ik was bang voor mijn mentor, bang voor wat hij dacht. Elke beoordeling was ‘het net niet’, omdat ik dichtklapte. Maar nu, nu gaat het beter. Het gaat lekker in deze groep. Ik begin eindelijk wat meer te ontspannen, en het lesgeven gaat ook goed als mijn mentor kijkt. Ik ben niet bang voor haar. Maar, ik vind hem, mijn nieuwe rayondocent, wel eng. Want, wat zal hij wel niet denken? Hij ziet mij als een faler, I know it! Ik moet mezelf nu bewijzen! Als ik het nu niet goed doe, is het al de vierde stage op rij die ik niet haal. Stomme angst…
1 uur later, ik kan wel janken. Hetzelfde riedeltje, het is niet goed. Ik klapte dicht, was teveel bezig met wat mijn beoordelaar zou denken. En dat terwijl ik deze les al eens aan een andere kleuterklas gegeven had. Het kon gewoon niet mis gaan! Leuke groep, leuke mentor, goede les… En een beoordelaar. Ik ben niet klaar voor beoordelingen, ik ben te bang voor ‘het oordeel’, voor wat ‘zij’ denken… Ha, wat dacht ik wel niet… Ik ben al bang voor mijn eigen klas, als ik moet presenteren. Wat zullen ze wel niet denken.
Het advies …
“Misschien moet je even iets anders doen,” zei de opleidingsmanager. Zij vindt mij ook een faler, ze willen me van de opleiding af hebben… “Je mag van mij naar pabo 3, want je hebt genoeg stage-ervaring en ik zie dat het in je zit, maar…” Wacht, hoorde ik dat nou goed? Ze vindt me geen faler? “maar… als je nu doorgaat, maak je het voor jezelf te moeilijk. Het zou goed zijn als je even iets zonder stage doet om tot rust te komen.” Uiteraard mocht ik altijd terugkomen en instromen in het 3e jaar. Dat gaf inderdaad rust ja…
Februari 2016
Ik moet een presentatie geven. Presenteren is stom, maar ik kan het! Geen hartkloppingen, en ik tril ook niet meer. Ik ben niet bang voor mijn medestudenten, en ook niet voor de docent die ‘beoordeelt’. Ja, ik ben wel zenuwachtig, maar niet bang. Wanneer is dat veranderd? Ik groei! Ik ontwikkel! Ik kan dit!
Volgend jaar wil ik de Educatieve minor doen, terug het onderwijs in. Docente levensbeschouwing, dat lijkt me wel wat. En ik wil natuurlijk ook nog de pabo afmaken. Ergens is het spannend, zal het nu wel goed gaan? Als ik mezelf nu een presentatie zie doen, ben ik zo ontzettend gegroeid ten opzichte van anderhalf jaar geleden. Zenuwen maar geen (doods)angst. Wat een verschil! Ik durf mijn medestudenten, en de beoordelende docent, aan te kijken. Ik maak grapjes, sta ontspannen voor de groep, en ben eigenlijk niet bezig met wat zij van mij denken. Inderdaad, wat een verschil!
Volgende week moet ik twee presentaties houden, waarvan een in het Engels. Daar zie ik wel wat tegenop, maar echt bang? Nee. Presenteren en beoordeeld worden zal ik nooit leuk vinden, maar wie vindt dat wel leuk? De angst is weg, of nou ja, weg zal mijn angst nooit zijn. Maar, de angst staat wel op een laag pitje. And I like that!
Waarin ben jij de laatste tijd gegroeid, en hoe merk(te) je dat?
♥
Geef een reactie