“Omdat het veroorzaakte noodzakelijk vergaat. Het vergaan van de dingen heeft immers geen oorzaak. Waarom? Een oorzaak komt toe aan een gevolg. Maar vergaan is een niet-zijn. Wat valt er nu aan niet-zijn te veroorzaken? Indien nu dit oorzaakloze vergaan niet toekomt aan een ding zodra het ontstaan is, kan het er ook later niet aan toekomen, omdat het ding gelijk blijft.” – Vasubandhu, 450 c.e.
Alles is dharma
Heb je wel eens gehoord van dharma’s? Een dharma is een soort natuurlijk element waaruit ‘dingen’ zijn opgebouwd; zie het als een bouwsteen. Elke dharma, elke bouwsteen, heeft een andere eigenschap en het zijn die eigenschappen die ‘iets’ gestalte geven. Nu kent het boeddhisme een leering waarin ‘het zelf’ wordt ontkent, evenals alle andere bestaande substantie. Wij mensen zijn slechts een combinatie van dharma’s. In het geval van ‘mens-zijn’ zijn dat de vijf skandha’s: rupa (fysieke vorm), vedana (gewaarwording), sanna, (perceptie), sankhara (intenties/gedachten), en vinanna (aandacht/bewustzijn). Dit zijn allemaal elementen die ervoor zorgen dat wij ‘mens’ zijn, en dus bestaan. Kortom, alles is dharma.
Dingen bestaan niet op zichzelf, ze bestaan slechts dankzij een combinatie van verschillende dharma’s. Het bestaan kent ook een niet-bestaan. De wisseling tussen het zijn en niet-zijn noemt men ‘ontstaan’ en ‘vergaan’. Nu is het zo dat alles vergaat. Ieder mens sterft, elk blad valt van een boom, alles is vergankelijk en zal op den duur vergaan. Nu geloven de boeddhisten in causaliteit, wat simpelweg inhoudt dat dingen een oorzaak en een gevolg hebben. Het wegvallen van een dharma is bijvoorbeeld een oorzaak voor het vergaan van dingen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die blind is, diens vedana is aan het afbrokkelen.
Momentaan: ontstaan en vergaan
Vasubandhu leefde in de 5e eeuw en hield er een erg duidelijke lering op na: alles bestaat slechts één moment. Volgens Vasubandhu vergaat al wat veroorzaakt wordt onmiddellijk na zijn bestaan. Beweging is dus niet mogelijk. Makkelijker gezegd: iets ontstaat om direct te vergaan. Best een harde stelling, nietwaar? Immers, bewegen wij niet continu? Ontwikkelen wij niet? Groeien wij niet als persoon; leren wij geen nieuwe vaardigheden? Ofwel, zijn wij mensen en alle dingen niet onderhevig aan constant veranderende dharma’s?
Nou, volgens Vasubandhu dus niet. Verandering bestaat namelijk niet, enkel de transformatie van zijn naar niet-zijn (en vica versa) bestaat. Ofwel, als iets veranderd, dan vergaat het om opnieuw te ontstaan. Sounds weird, right? Het komt op het volgende neer: neem een willekeurig ‘ding’. ‘Ding’ bestaat uit 4 verschillende dharma’s. Nu gaat er één dharma weg en komen daar 2 andere voor terug. Wij zouden zeggen dat het ‘ding’ veranderd is. Vasubandhu zegt echter dat ‘ding’1 is vergaan en dat daar ‘ding’2 voor in de plaats is gekomen. Iets kan namelijk niet hetzelfde zijn en toch andere eigenschappen bevatten. Een verandering van eigenschappen betekent een totale verandering, dus: vergaan en opnieuw, anders, ontstaan. Kortom, iets vergaat direct na het ontstaan omdat verandering niet mogelijk is, en daarom bestaat het slechts één moment.
Hoe komt die man nou eigenlijk bij zo’n gedachtegang? Nou, het is een feit dat alles vergaat. Nu stelde Vasubandhu dat vergaan geen oorzaak heeft. De dingen vergaan als vanzelf. Nu valt hier tegenin te brengen dat er toch ook zeker wel oorzaken zijn voor het vergaan van iets. Tja, ook hier heeft hij over nagedacht. ‘Vergaan’ kan geen externe oorzaken hebben omdat een oorzaak verbonden is met een gevolg. Echter, als iets ‘niet-is’ kan er ook geen gevolg zijn. Zonder gevolg, geen oorzaak, en daarom vergaan de dingen uit zichzelf. Als iets in aanraking komt met oorzaken, zou het namelijk eeuwig bestaan.
Als je bovenstaande in ogenschouw neemt, lijkt het best een aannemelijke redenatie. Verandering duidt op vergaan en (anders) herontstaan, vergaan is vrij van oorzaken, dus iets moet wel direct vergaan na het ontstaan. Dit noemt Vasubandhu de ‘radicale vluchtigheid van dingen’; iets vergaat net zo snel als een gedachte die door je hoofd flitst.
Dus, alles bestaat slechts één moment?
Het is wat raar om te bevatten, maar er is best wat te zeggen voor het idee dat een verandering een soort van vergaan en heronstaan impliceert. Elke 7 jaar zijn alle cellen in je lichaam vernieuwd. Ben jij dan nog dezelfde mens, of ben je dan iemand anders? Wij houden vast aan een identiteit, aan een ‘zelf’, maar als je dat idee los laat… Dan heb je elke 7 jaar een ander lichaam. Dus, als er ‘elk moment’ een cel van jou afsterft en opnieuw gecreëerd wordt, ben jij steeds een net iets andere jij. Aangezien ‘iets’ de som van zijn bouwstenen (die dharma’s dus) is, kun je zeggen dat jij elk moment vergaat en opnieuw ontstaat. Die bouwstenen zijn namelijk steeds weer anders, niet alleen je fysieke cellen maar bijvoorbeeld ook gedachten, gedragingen, enz.
Wat ik me dan wel weer afvraag, is hoe lang ‘bestaan’ dan duurt; al wordt ook gezegd dat tijd een illusie is. Als alles tegelijkertijd gebeurt, bestaan de dingen gelijktijdig wel en niet. Beste mindfuck, nietwaar? Tja, het is niet minder raar om te bedenken dat ik tijdens het typen van dit stukje zo’n 100 keer ben vergaan en herontstaan. Als beweging niet bestaat, verga je om op een andere plek te herontstaan. Elke toetsaanslag weer…
Ik geloof wel in de vergankelijkheid van alles, en ook dat jouw identiteit niet vast ligt in je lichaam. Maar, of je nou echt elke seconde vergaat en herontstaat? Who knows…
Q: Wat vind jij van Vasubandhu’s idee over het momentane van alle dingen?
♥
Bron: Jan Bor & Karel van der leeuw (red.). 25 Eeuwen Oosterse Filosofie. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2003. p. 89-93.
Like what you read? Volg mij via Bloglovin, Facebook, Twitter, of Instagram!
Geef een reactie